Herman Hertzberger
Herman Hertzberger (Amsterdam 1932) is een van de grote architecten van de twintigste eeuw. Kort na zijn studie Bouwkunde aan de Technische Universiteit (TU) Delft sloot hij zich aan bij de redactie van het tijdschrift ‘Forum’, dat pleitte voor een architectuur van de menselijke maat: niet het rationalisme van de naoorlogse wederopbouw, maar geometrie, kleinschaligheid en aandacht voor de toekomstige bewoners. Een aantal van zijn ontwerpen heeft grote bekendheid gekregen, zoals het voormalige kantoorgebouw van Centraal Beheer in Apeldoorn, de diagoonwoningen in Delft en de vele scholen en theaters. Behalve ontwerper was Hertzberger ook een begenadigd docent, die lesgaf aan de TU Delft, het Berlage Instituut in Amsterdam en in het buitenland. Sinds 2013 wordt zijn archief in een aantal stappen overgebracht naar Het Nieuwe Instituut. Zijn schetsen en bureauarchief zijn in 2013 en 2015 verworven, in 2018 volgde een deel van het archief dat Hertzberger thuis bewaarde. De foto’s van Johan van der Keuken zijn afkomstig uit dit derde deel van het archief van Hertzberger.
Menselijk en rijk aan verbeelding
Hertzberger en Johan van der Keuken leerden elkaar kennen rond 1965. Van der Keuken maakte in dat jaar een film over de woningnood in Amsterdam. Aan het begin van de film liet hij tekeningen en schaalmodellen van Hertzberger zien: zo kon wonen dus ook, in ‘een wereld van vormen, menselijk en rijk aan verbeelding’ Voice-over van Johan van der Keuken, geciteerd naar de Engelstalige weergave op de website van Werkleitz: werkleitz.de/en/vier-muren-four-walls/, geraadpleegd op 12-8-2022. De ontmoeting van Hertzberger en Van der Keuken vond plaats op het moment dat Van der Keuken zijn belangstelling had verlegd van fotografie naar films. Hertzberger stond op het punt een van zijn bekendste projecten te voltooien: het studentenhuis aan de Weesperstraat in Amsterdam, dat hij in 1959 in het kader van een prijsvraag had ontworpen met Tjakko Hazewinkel en Henk Dicke. De foto’s die Van der Keuken vanaf dit moment voor Hertzberger ging maken, vormden zijn enige fotowerk, naast de fotoseries die hij vanaf het begin van de jaren zeventig over ‘plaats en tijd’ maakte. Jenny Smets, ‘Johan van der Keuken’, PhotoLexicon 6-12 (september 1989); geraadpleegd via https://depthoffield.universiteitleiden.nl/0612f01en/ op 12-8-2022.
Wanneer Hertzberger een nieuw project voltooid had, gingen hij en Van der Keuken er samen naar toe. Niet dat het eenvoudig was om een afspraak te maken – data werden lang van tevoren afgesproken – en ook was Van der Keuken geen fotograaf die zijn best deed om het een architect naar de zin te maken door diens werk ruimtelijk en qua licht zo voordelig mogelijk te laten uitkomen, maar ze hadden gevoel voor elkaars werk. Ze voerden gesprekken over Hertzbergers nieuwe projecten en Van der Keuken wist Hertzbergers ‘gedroomde werkelijkheid’ vast te leggen en op te roepen. Hertzberger vertelt dat Van der Keuken ‘steevast opgewekt’ was, wanneer de zon het liet afweten en er geen schaduwen waren. Op zulke momenten liet Van der Keuken ‘feilloos’ zien wat de mogelijkheden van Hertzbergers ontwerpen waren. ‘Hij keek door mijn ogen, terwijl ik steeds naast hem staand, door zijn ogen keek om te zien wat en hoe hij dat zag, met als gevolg dat het vooruitzicht van zijn blik ook invloed kreeg op het ontwerpen.’ Hertzberger over Johan van der Keuken in een uitgave voor zijn 85ste verjaardag: HH85, archief Herman Hertzberger in Het Nieuwe Instituut, inv.nr. HERTd936, blz. 78.
Ruimte en licht, denkbare mogelijkheden
In het archief van Hertzberger zijn enkele briefkaartjes en brieven van Van der Keuken te vinden. Veel is het niet, maar de documenten laten zien dat beiden met belangstelling elkaars werk volgden en gebruikten. Zo deed Van der Keuken in 1971 verslag van zijn visie op het ‘werkelijk socialisme’ (de enige samenlevingsvorm, die de grote maatschappelijke problemen zou kunnen aanpakken), sloot hij zich in 1987 aan bij de actie die Hertzberger opzette tegen de sloop van het weeshuis van Aldo van Eyck (‘een daad van ongekende culturele wezenloosheid’) en schreef hij in 1990 dat hij graag Hertzbergers recente werk weer eens wilde zien. Brieven van Johan van der Keuken aan Herman Hertzberger, november 1971 en 6 november 1990, HERTd191. Kaart ter ondersteuning van de actie tegen de sloop van het weeshuis van Aldo van Eyck, 13 januari 1987, inv.nr. HERTd190. Ook reflecteerden ze op elkaars werk, zoals bij de foto van een trap uit 1974 (‘The lesson of Hertzberger’) en bij de foto ‘Bergen buiten, bergen binnen’ uit 1975 (over het werk van Van der Keuken). Deze foto’s zijn gepubliceerd in, respectievelijk: Herman Hertzberger, Articulations (Prestel Verlag 2002) blz. 1 en Herman Hertzberger, Six architectures photographiées par Johan van der Keuken (Milaan 1985) blz. 18-19.
Ruimte en licht, denkbare mogelijkheden: er was veel dat hen verbond. Van der Keuken noemde zichzelf in 1997 na de matige ontvangst in de pers van ‘To Sang Fotostudio’ een ‘maker, die gewoon doorgaat en vrolijk een fietsenhok benut na een theater of een crèche na een ministerie, zonder onderscheid wat betreft maat. Het vindt dan na verloop van tijd zijn betekenis in de gang der dingen. Despereren wij dus niet’. Over Hertzberger schreef hij een jaar eerder in een nieuwjaarsgroet, dat het mooiste portret in een boekje met kunstenaarsportretten van Bram Wisman dat van ‘de jonge Hertz’ was: ‘schetsend tussen archi-tectonische vlakken, onder een foto-lampekap, met alreeds de bekende pientere outlook, klaar voor de greep naar de ruimte’. Nieuwjaarskaart Johan van der Keuken en Noshka van der Lely, ca. eind 1995, en briefje Johan van der Keuken aan Herman Hertzberger, 4 november 1997, inv.nr. HERTd191.
Tekst Riemke Boot, archivaris afdeling Collectie