Archieven
Het Nieuwe Instituut beheert ongeveer 700 archieven en verzamelingen van Nederlandse architecten, stedenbouwkundigen, beroepsverenigingen en opleidingen met in totaal 4.000.000 documenten. De collectie is na die van Naturalis de grootste van Nederland en behoort ook wereldwijd tot de grootste collecties op het terrein van de architectuur. Naast museale tekeningen bevatten deze archieven schetsen en voorontwerpen, werktekeningen, zakelijke en persoonlijke correspondentie, foto's, maquettes, affiches en verzamelde knipsels en tijdschriftartikelen. Aan de hand van de archieven van de belangrijkste architecten en stedenbouwers biedt de collectie inzicht in 130 jaar ontwikkeling van de Nederlandse architectuur en stedenbouw. De uniciteit van veel archieven, hun artistieke kwaliteit en de meerwaarde die het totaal van de verzameling oplevert, verleent de collectie van Het Nieuwe Instituut een grote cultuurhistorische betekenis. Het archief van zogenoemd 'born digital' materiaal is sterk groeiende en kent inmiddels 60.000 files. In het verlengde hiervan heeft het instituut de afgelopen tijd veel tijd en middelen geinvesteerd in het digitaliseringsvraagstuk, dat onder meer heeft geleid tot een nieuw zoekportaal. Het zoekportaal biedt toegang tot het grootste digitale architectuurarchief en bevat 140.000 beelden.
Midden 19de eeuw, tegelijk met de oprichting van de vakvereniging Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, krijgt de opleiding tot architect in de moderne zin gestalte. Vanaf dat moment worden ook architectenarchieven gevormd. De archieven van het bureau van P.J.H. Cuypers en zijn zoon J.Th. Cuypers behoren tot de belangrijke collectiestukken uit de19de eeuw. Het zwaartepunt van de verzameling ligt bij de periode 1900-1940 met archieven van onder andere H.P. Berlage, K.P.C. de Bazel, W. Kromhout, M. de Klerk, J.J.P. Oud, W.M. Dudok, J. Duiker, J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt, T. van Doesburg, H. Th. Wijdeveld, G. Th. Rietveld en C. van Eesteren. Het Nieuwe Bouwen vormt daarin een speerpunt. De wederopbouwperiode (1940-1965) is goed gedocumenteerd met de archieven van J.H. van den Broek en J.B. Bakema, H. Maaskant en W. Wissing. Van recenter datum zijn onder meer de archieven van Herman Hertzberger, Sjoerd Soeters en Albers en Van Huut.
Ook de archieven van instellingen en opleidingen op het gebied van de bouwkunst vormen een belangrijk deel van de collectie, zoals de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, Bond van Nederlandse Architecten (BNA), NIROV en de Academie van Bouwkunst Amsterdam. Dat geldt ook voor de resultaten van belangwekkende prijsvragen en tentoonstellingen. Voorbeelden hiervan zijn de prijsvragen voor het Amsterdamse raadhuis uit 1936 en 1967, de prijsvraag voor de Beurs in Rotterdam, een tentoonstelling als Nederland bouwt in Baksteen (1941) en de fotopanelen van de Tentoonstellingsraad (1925-1935).